Geschiedenis - De informatieve site voor iedereen die vragen heeft over fotografie

Ga naar de inhoud

Geschiedenis

Geschiedenis van de fotografie

FOTOGRAFIE  = Schrijven met licht. Dit is afgeleid van de Griekse woorden "Photos" = licht en "Graphein" = schrijven.
CAMERA OBSCURA = Donkere kamer.

Joseph Nicéphore Niépce, eerste foto uit 1827

Tot de 18e eeuw zijn er wel enige feiten bekend over de ontwikkelingen die uiteindelijk zouden leiden tot de uitvinding en ontwikkeling van de fotografie, maar waarschijnlijk is het beeld niet helemaal compleet. Daarna wordt de geschiedschrijving beter en hebben we een duidelijk beeld van de opeenvolgende gebeurtenissen. Vanaf de 18e eeuw en zeker in onze huidige tijd volgen de ontwikkelingen elkaar zo snel op dat het voornamelijk 'de kunst van het weglaten' is geworden om een beetje logisch overzicht te behouden. Het pad van de pioniers en uitvinders ging niet altijd over rozen, doordat een vervolging door de kerk of inquisitie wegens ketterij (duivelskunsten) soms op de loer lag. Ook leefden de vroegere fotografen soms op gespannen voet met landschap-  en portretschilders, die hun broodwinning in gevaar zagen komen. Aan de andere kant maakten de schilders ook gretig gebruik van de mogelijkheden die de camera obscura hen bood, doordat ze een beeld konden projecteren en dit dan met potlood konden overtrekken. De eerste camera obscura's waren dan ook vaak zo groot als een kamer (met een gat in de deur/muur), waarbij het beeld op bijv. een wand werd geprojecteerd. Later kreeg men in de gaten dat het ook kleiner kon en velen van ons hebben waarschijnlijk wel eens de camera obscura nagebouwd en uitgeprobeerd met een kleine kartonnen doos. De eigenlijke uitvinding van de fotografie hangt samen met het moment dat men in staat was het beeld 'latent' op papier zichtbaar te maken en het uiteindelijk (in 1827 - J.N.Niépce - uitzicht uit werkkamer) ook 'vast te kunnen houden'. We zijn in ieder geval de pioniers en uitvinders veel dank verschuldigd, omdat ze zich persoonlijk aan veel gevaren, o.a. chemische stoffen, hebben blootgesteld (wat denk je van bijv. het ontwikkelen in kwikdamp? - Daguerre) om hun doel te bereiken.

Wie is nu eigenlijk de uitvinder van de fotografie?

Als we in dit geval de definitie van "Uitvinding" hanteren, als zijnde het moment dat er een werkbaar procedé was om een beeld gevormd door licht 'vast te houden', komen er 4 personen in aanmerking.

- Joseph Nicéphore Niépce (Frankrijk, 1765-1833) experimenteerde hier reeds mee in 1816 en van hem is de eerste bekende foto uit 1827.




- William Henry Fox Talbot (Engeland, 1800-1877) maakte als eerste ( 31 januari 1839) zijn ontdekking van de fotografie en het door hem gevolgde procedé bekend. De uitvinding van het praktisch bruikbare negatief/positief procedé    
staat op zijn naam en hij was ook als eerste in staat de belichtingstijden terug te brengen tot een fractie van wat eerder nodig was. Het process  van Talbot (genaamd 'Calotype') was in tegenstelling tot dat van Niepce, Daguerre en Bayard, eigenlijk de voorloper van het latere fotografische proces zoals we dat allemaal kennen, namelijk het produceren van een negatief, waarvan meerdere afdrukken konden worden gemaakt.




- Louis Jacques Mandé Daguerre (Frankrijk, 1787-1851), ging een samenwerkingsverband aan met Niépce en maakte in januari 1839 de uitvinding van het fotografische 'Daguerreotype' p
rocedé bekend. Dit proces leverde 1 direkt-positief op (dus zonder tussenkomst van een negatief, zoals bij het 'Calotype'). Om die reden was het moeilijk om kopieën van een Dagurreotype te maken en verloor hij ook 'de strijd' om het beste fotografische proces van Talbot.




-
Hippolyte Bayard (Frankrijk, 1807 - 1887), vond z'n eigen "direkt positief' fotografisch proces uit en organiseerde op 24 juni 1839 de eerste publieke fototentoonstelling. Hij claimde de uitvinding van de fotografie eerder te hebben gedaan dan Daguerre en Talbot, maar werdt door François Jean Dominique Arago, een vriend van Louis Daguerre overgehaald om zijn presentatie  aan de 'Franse Academie van Wetenschappen'  uit te stellen. Dit conflict van belangen van Arago heeft Bayard uiteindelijk de erkenning als een der uitvinders van de fotografie gekost. Als reaktie op dit onrecht maakte en presenteerde Bayard een zelfportret genaamd 'Self Portret as a Drowned Man' waarmee hij suggereerde zelfmoord te hebben gepleegd. Op de achterkant van deze foto had hij de volgende tekst geschreven "The corpse which you see here is that of M. Bayard, inventor of the process that has just been shown to you. As far as I know this indefatigable experimenter has been occupied for about three years with his discovery. The Government which has been only too generous to Monsieur Daguerre, has said it can do nothing for Monsieur Bayard, and the poor wretch has drowned himself. Oh the vagaries of human life....! ... He has been at the morgue for several days, and no-one has recognized or claimed him. Ladies and gentlemen, you'd better pass along for fear of offending your sense of smell, for as you can observe, the face and hands of the gentleman are beginning to decay."

       

Uiteraard hebben vele andere personen, prominent of  'in de kantlijn' bijgedragen met hun eigen uitvindingen en ontdekkingen, zonder welke de bovengenoemde uitvinders waarschijnlijk ook niet verder hadden gekomen. Bijvoorbeeld; De alchemist Fabricius had reeds in 1665 ontdekt dat wit zilverzout door zonlicht verkleurde en het principe van de camera obscura was al door Aristoteles ontdekt.

Hieronder staan in chronologische volgorde alle feiten, ontdekkingen en belangrijke gebeurtenissen. Bronnen die ik heb geraadpleegd voor dit overzicht zijn; 'Foto en Film Encyclopedie' (Uitgave Focus Elsevier), Het boek 'Uit de geschiedenis van de Fotografie' (Auteur Aaron Scharf -Uitgave Focus Amsterdam/Brussel), Het boek 'A new history of Photography' (Uitgave K
öneman 1998 - Edited by Michel Frizot), zowel de Nederlandstalige als de Engelse versie van Wikipedia en verder diverse bronnen op Internet. Als iemand aanvullingen/correcties heeft , zou ik die graag willen ontvangen (zie e-mail formulier op de homepage).

384-322 v.C. - Aristoteles van Stageira (Griekenland, Stageira, 384 v.C) maakt melding van beeldvorming op een wand in een verduisterd vertrek door middel van lichtinval door een klein gaatje.

1038 - De Arabier Abu Ali al-Hasan ibn al Haitam (Irak, Basra, 965-1040) in Europa bekend onder de naam Alhazen (verbastering van al-Hasan), gebruikt het gaatjesobjectief voor het waarnemen van gedeeltelijke zonsverduisteringen.

1267 - Roger Bacon, (Engeland, 1214-1294) een Britse franciscaan, geeft een tamelijk onduidelijke beschrijving van een camera obscura.

1500 (ca) - Leonardo da Vinci (Italie, Anchiano, 1452-1519) geeft een duidelijke beschrijving van een camera obscura.

1508 - Jemme Reinerszoon Frisius (Gemma Frisius), (Nederland, Dokkum 1508-1555) beschreef in 1544 de camera obscura.

1550 - Girolamo Cardano (Gerolano Cardano), (Italie, Pavia, 1501-1576) beschrijft het gebruik van de dubbelbolle lens (convex geslepen) in een camera obscura.

1568 - Daniele Matteo Alvise Barbaro (Barbarus), (Italie, Venetie 1514-1570), beschrijft de toepassing van een diafragma voor een lens in zijn boek 'La practica della Perspectiva'.

1571-1630 - Johannes Kepler (Duitsland, Weil der Stadt, 1571-1630 was een pionier van de optica en de kristallografie. Hij suggereert het gebruik van een lens om het beeld van de camera obscura te verbeteren.

1573 - Giambattista Porta (Italie, Vico Equense, 1535-1615)  adviseert in zijn boek 'Magiae Naturalis sive de miraculis rerum naturalium'' de toepassing van de camera obscura met lens voor het vervaardigen van tekeningen.

1580 - F.Risner maakt melding van een transportabele camera obscura in de vorm van een zwarte tent. Deze werd o.m. gebruikt voor waarnemingen van zonsverduisteringen.

1646 - Athanasius Kircher (Duitsland, Geisa, 1602-1680), Al jong had hij een brede belangstelling. Hij heeft 44 boeken geschreven waarvan zijn boek „Ars Magna Lucis et Umbrae” de bekendste is voor de fotografie. In het boek beschrijft hij namelijk in detail een draagbare camera obscura.

1665 - G.Fabricius ontdekt dat hoornzilver (zilverchloride) onder invloed van het licht donkerder kleurt.

1676 - J.C.Sturm, Neurenberg, past de vlakke spiegel toe voor beeldomkering (reflexprincipe).

1725 - Johann Heinrich Schulze (Colblitz-Maagdenburg-Duitsland) ontdekt de lichtgevoeligheid van zilvernitraat en krijt in glas.

1758 - J.Dollond, Londen, stelt achromatische lenzen samen uit kroon- en flintglas.

1777 - C.W.Scheele ontdekt dat zilverchloride  selectief kleurgevoelig is, voor blauwe en violette straling, veel meer dan voor andere.

1800 - Sir William Herschel ontdekt het infrarood.
1800 - J.W.Ritter ontdekt de gevoeligheid van zilverchloride voor ultraviolette straling.

1802 - Thomas Wedgwood en H.Davy vervaardigen door contactdruk foto's van platte objecten op papier en leer, geprepareerd met een oplossing van zilvernitraat. Deze waren helaas niet duurzaam. Thomas Wedgwood moet worden gezien als de uitvinder van de technologie van de fotografie, maar wat hem jammergenoeg niet lukte was het fixeren van het onstane fotografische beeld. Dit lukte J.W.F.Herschel uiteindelijk in 1819.
1802 - Thomas Young poneert in een lezing voor de Royal Society in Londen zijn theorie dat het oog voor slechts drie kleuren gevoelig is.

1810 - Johann T.Seebeck ontdekt dat zilverchloride natuurlijk spectrale kleuren aanneemt als het wordt blootgesteld aan wit licht.

1812 - W.H.Wollaston beveelt het gebruik van een positieve meniscus als objectief aan.

1816 - Joseph Nicéphore Niépce (Frankrijk, Chalon-sur-Sa
ône, 1765-1833) bezigt, 9 mei, voor de eerste maal het woord 'photographie'.

1818-1825 - J.N.Niépce vervaardigt drukplaten met behulp van de heliografie, (heliogravure of fotogravure), waarbij gebruik wordt gemaakt van lichtgevoelig asfalt.

1819 - J.W.F.Herschel ontdekt het natriumthiosulfaat en de toepassing daarvan als fixeerzout voor zilverchloride.

1826 - J.N.Niépce maakt de eerste foto naar de natuur met behulp van een camera op een tinnen plaat, bedekt met lichtgevoelig asfalt. Belichtingstijd (buiten in de zon) was 8 uur.

1829 - J.N. Niépce associeert zich met L.J.M.Daguerre, teneinde gezamenlijk te werken aan de vervolmaking van de fotografie.

1835 - William Henry Fox Talbot (Engeland, Melbury-Dorseth, 1800-1877) maakt 'Photogenic drawings' op met zilverchloride lichtgevoelig gemaakt papier, met een belichtingstijd van een half uur. Fixeert deze met behulp van kaliumjodide. Maakt ook kleine foto's met een camera.

1835-1837 - L.J.M.Daguerre (Frankrijk, Cormeilles-en-Parisis, 1787-1851) ontdekt door een toeval de mogelijkheid het door een tamelijk korte belichting op een met zilverjodide bedekte zilveren plaat gevormde latente beeld met kwikdamp te ontwikkelen (Daguerreotypie).

1839 - J.B.Reade vervaardigt microfoto's op papier, gevoelig gemaakt met zilvernitraat en galluszuur.
1839 - De Franse staat koopt de patentrechten van Daguerres uitvinding op voordracht van de beroemde natuurkundige D.F.J.Arago en stelt ze ter beschikking van de gehele wereld.
1839 word dan ook algemeen als het jaar van de uitvinding van de fotografie genoemd.
1839 - A.Donné en A.Render maken de eerste fotografische portretten.
1839 - A.Breyer geeft voor de 'Académie de Sciences'in Brussel een beschrijving van de door hem ontdekte reflectografie (Breyerotypie).
1839 - Hippolyte Bayard organiseerde op 24 juni 1839 de eerste publieke fototentoonstelling ter wereld.

1839-1840 - J.W.F.Herschel ontdekt versterking met mercurichloride (kwik(II)chloride).

1840 - J.B.F.Soleil vervaardigt een actinometer voor het bepalen van de belichtingstijd.
1840 - J.Petzval ontwerpt als eerste door berekening een voor die tijd zeer lichtsterk objectief (f/3), Petzval objectief genaamd . Voorheen werden objectieven proefondervindelijk gemaakt.
1840 - J.W.Draper opent in New York het eerste portretatelier in de wereld (in de openlucht). Hij vervaardigt in maart van dat jaar ook de eerste foto's van de maan met behulp van de Daguerreotypie.

1841 -  Met behulp van het 'petzvalobjectief' worden in Wenen ook de eerste momentfoto's gemaakt met een belichtingstijd van 1 seconde.
1841 - W.H.Fox Talbot voert de kalotypie (later Talbotypie genoemd) in.
1841 - M.A.Gaudier toont aan de 'Académie de Sciences' (Parijs) zijn eerste momentopname van de 'Pont Neuf' met voertuigen en voetgangers. Belichtingstijd ca. 1/10 sec.
1841 - De eerste stereoscopische foto's worden gemaakt.

1843 - D.O.Hill maakt zijn eerste kunstzinnige portretten.
1843 - W.H.Fox Talbot vindt de vergrotingstechniek uit.

1847 - C.E.A.Niépce de St.Victor maakt negatieven op glasplaten, voorzien van een emulsielaag van eiwit en zilverjodide.
1847 - L.D.Blanquart-Evrard vindt de albuminedruk voor positieven uit.

1848 - Edmond Becquerel beschrijft de 'helichromie', een van de eerste methoden voor kleurenfotografie. Zijn experimenten resulteren in kleurenfoto's op met zilverchloride bedekte platen.

1850 -
Louis-Désiré Blanquart-Evrard is de uitvinder van de zogenaamde"Albuminedruk". Hij maakte een glad, halfglanzend afdrukpapier dat alle facetten van het oorspronkelijke negatief bleef behouden, door hierop eerst een laag eiwit aan te brengen voordat hij het lichtgevoelig maakte. Deze techniek is to ca 1890 in gebruik gebleven.
1850 - Uitgave van het eerste fototijdschrift "The Daguerreian Journal"door S.D.Humphrey.

1851 - Pyrogallol wordt door V.Regnault als ontwikkelstof toegepast (fysische ontwikkeling).
1851 - W.H.Fox Talbot fotografeert snel bewegende objecten d.m.v. een elektrische vonk (zgn. ultrasnelle fotografie).
1851 - Frederick Scott Archer introduceert het 'collodion proces' (ook wel genoemd "wet plate process").

1852 - A.A.Martin ontdekt de ferrotypie.
1852 - De Parijzenaar R.J.Lemercier vervaardigt de eerste fotolithografie
ën.
1852 - A.Laussedat past de fotografie toe op het maken van plattegronden.
1852 -  Plant en Talbot ontwerpen een reiscamera welke wordt geconstrueerd door Willat.
1852 - W. H. F.Talbot ontdekt dat gebichromatiseerde gelatine na belichting onoplosbaar wordt; eerste proeven van raster-heliogravure.
1852 - W.Rollmann en J. C. H. d’Almeida (1858) ontdekken de stereoscopie door middel van 'anaglyfen'.

1853 - John Benjamin Dancer bouwt de eerste stereocamera.

1854 - A.J.Melhuish en J. B.Spencer gebruiken negatiefpapier op textiel bevestigd in rolvorm (kan beschouwd worden als een voorloper van de rolfilm
1854 - André Adolphe Eug
ène  Disdéri introduceert het eerste visitekaartje (carte de visite), gemaakt met een camera met meervoudige lenzen , die 8 foto's op 1 negatief kon maken. Na het afsnijden konden deze op een kaartje worden geplakt.  

1855 - De Vereniging voor Volksvlijt te Amsterdam ruimt voor de eerste maal in Nederland op een tentoonstelling plaats in voor fotografische afbeeldingen (bij de afdeling Chemische produkten).
1855 - P. M.Lafon de Camarsac vindt de fotoceramiek (emailfotografie) uit.
1855 - R.Fenton maakt als eerst officiële oorlogsreporter foto’s van de krimoorlog.
1855 - J. M.Taupenot vervaardigt de eerste ‘droge ‘ collodiumplaat.Relandin construeert de gordijnsluiter (op het objectief).
1855 - Relandin construeert de gordijnsluiter (op het objectief).
1855 - Alphonse Louis Poitevin is de uitvinder van o.a. de "Foto-lithografie".

1856 - G. le Gray maakt momentopnamen van rollende zeegolven.

1857 - T.Grubb onwerpt de aplanaat, een symetrisch gebouwd objectief met voor die tijd uitstekende eigenschappen.

1858 - Eerste luchtfoto. Nadar (echte naam Gaspard Félix Tournachon) fotografeert Parijs vanuit een luchtballon.

1859 - R.Bunsen en H.E.Roscoe passen brandend magnesiumdraad of magnesiumband toe als kunstlichtbron.

1860 - Sutton verkrijgt een octrooi op een soort éénogige reflexcamera.

1861 - William England vindt de spleetsluiter uit.
1861 - James Clerk Maxwell (Schotland, Edinburgh, 1831-1879) maakt met drie kleurfilters de eerste echte kleurenfoto.

1864 - W.Swan vindt kooldruk met dubbele overdracht uit.

1865 - W.White ontdekt magnesium flitspoeder.

1867 - A.Cros vindt de principes van de driekleurenselectie- en synthese uit.

1868 - L.Ducos du Hauron legt de beginselen vast waarop de moderne driekleurenfotografie berust, in de vorm van een geschreven en geïllustreerde mededeling aan de Parijse Académie des Sciences en vindt de subtractieve synthese uit.

1869 - J. R.Johnston maat een goede werkwijze voor de kooldruk bekend.

1870 - De Franse fotograaf en uitvinder René Prudent Patrice Dagron gebruikt "Carrier Pigeons" (transportduiven) voor het overbrengen van microfilms tussen Bordeaux en Parijs en over de Duitse linies in de Frans-Duitse oorlog.

1871 - De Britse arts Richard Leach Maddox (Engeland, Londen, 1816-1902) ontwikkeld het droge zilverbromide-gelatineplaten procédè (ook wel genoemd het "dry plate process" en de oervorm van de huidige fotografische films-gelatine emulsie) en maakt het gebruik van de fotografie veel eenvoudiger.De opbloei van de amateurfotografie begint.

1873 - Hermann W. Vogel ontdekt de kleursensibilisatie voor groen en geel van lichtgevoelige platen. Dit was de eerste stap op weg naar de kleurenfotografie!

1874 - P. J. C. Janssen construeert de fotografische revolver voor de chronofotografische studie van Venus.

1875 - L. Warnerke brengt een stripping-film papier uit op rollen van elk 100 opnamen.

1878 - Edward Muybridge maakt chronofotografische bewegingsstudies van dieren (Fotoreeks ‘paard in beweging’).De eerste proeven deed hij reeds in 1872.

1879 - De Belgische geleerde D. C. E. van Monckoven ontdekt dat de rijping van zilverbromide-emulsies door toevoeging van ammonia aanmerkelijk versneld wordt.
1879 - George Eastman en J.W.Swan construeren onafhankelijk van elkaar een emulsiegietmachine voor (glas)platen en maakt de massaproductie van fotografische platen mogelijk.

1880 - W. de Wiveleslie Abney maakt gebruik van hydrochinon als ontwikkelstof.

1881 - J. M.Eder en G.Pizzighelli vervaardigen een ontwikkelemulsie met zilverchloride en gelatine voor positiefmateriaal.

1881 - C.Cros voert het 'imbibitieprocédé' in.

1882 - E.H.Farmer voert de spleetsluiter in, aangebracht vlak bij de lichtgevoelige emulsie.
1882 - Orthochromatische platen (gevoelig voor blauw en groen licht, maar niet voor rood) worden op de markt gebracht.
1882 – 1896 - E. J.Marey past de chronofotografie op vaste platen en beweeglijke film toe.


1883 - E. H.Farmer introduceert de naar hem genoemde verzwakker (kaliumhexacyanoferaat(III) en natriumthiosulfaat).

1884 - G.Eastman sticht de Eastman Dry Plate & Film Co of Rochester.Vervaardiging van een papierenrolfilm met aftrekbare emulsielaag. Invoering van de continu papiergietmachine.
1884 - H.W.Vogel creëert de eerste panchromatische emulsie (azalineplaten).

1887 - A.Pizzighelli vindt het voluitdrukkend platinapapier uit.
1887 - De Amerikaanse geestelijke H.Goodwin vindt de rolfilm met celluloidbasis uit. Patent wordt in 1898 verleend.
1887 - Edward Bausch construeert de eerste centraalsluiter met lamellen.
1887 - Hannibal Goodwin vindt de rolfilm op celluloidbasis uit

1888 - Carbutt slaagt erin vlakke film op commerci
ële basis te vervaardigen.
1888 - De Eastman Kodak Co. brengt de eerste Kodak rolfilmcamera (Kodak N
°1 box camera) op de markt (De naam KODAK is geboren).

1889 - De Nederlander Loman construeert een reflexcamera met spleetsluiter.
1889 - M.Andresen ontdekt parafenyleendiamine.
1889 - Paul Rudolf ontwerpt de eerste anastigmaat.

1890 - P.Rudolph en E.Abbe ontwerpen de eerste anastigmaten.
1890 - F.Hurtze en V.C.Driffield voeren de fotgrafische fotometrie in.
1890 - De eerste foto-automaat verschijnt (Touffreville).

1891 - S. N.Turner stelt de rolfilm (Kodak) voor daglichtlading samen.
1891 - Gabriel Lippmann maakt de eerste houdbare kleurenfoto van het zonnespectrum met behulp van interferentiekleurenfotografie.
1891 - M. Andresen introduceert para-aminofenol als ontwikkelaar (Rodinal).
1891 - Frederick E. Ives construeert de eenbelichtingskleurencamera.

1891-1894 - T.A.Edison construeert en vraagt patent aan op zijn kinetoscoop voor opname en weergave van momentbeelden die de illusie der beweging verwekken.

1892 - Frederic E.Ives ontwerpt de Kromskop (full color stereoviewer)
1892 - E. von Hoegh construeert de eerste dubbelanastigmaat (Dagor).

1893 - De gebroeders Lumière brengen hun eerste kleurendiapositieven.
1893 - John Joly vindt het lijnenrasterfilter uit.

1894 - F.E.Ives patenteert de fotochromoscoop.

1895 - Wilhelm Conrad Röntgen ontdekt de röntgenstralen en de mogelijkheid van röntgenfotografie.
1895 - Auguste en Louis Lumière vinden de cinematografie uit.

1897 - S. A. Andree onderneemt een ballontocht naar de noordpool en komt hierbij om. De door hem op rolfilm gemaakte opnamen worden in 1930 gevonden en blijken na ontwikkeling nog kopieerbaar te zijn.

1898 - Kodak introduceert de opvouwbare zak-camera.

1900 - Introductie van de eerste Kodak Brownie in de Verenigde Staten. Verkoopprijs: 1 dollar en 19 cent per filmrol.

1901 - L.Gaumont slaagt erin een cinetoestel met een fonograaf te synchroniseren.
1901 - Kodak introduceert de 120-rolfilm.

1902 - A.Traube gebruikt ethyleenrood als kleursensibilator.
1902 - Fr.Deckel introduceert de Compoundsluiter.
1902 - P.Rudolph construeert de Tessar.
1902 - Lüppo-Cramer introduceert de metholhydrochinon ontwikkelaar.

1903 -
De gebroeders Lumière introduceren het Autochromeprocédé

1904 - Arthur Korn experimenteert vanf 1902 met 'beeldtelegrafie' en stuurt als eerste in 1904 een aanvaardbare foto over de telefoonlijn (München-Neurenberg-München). Totaal duurde dit 40 minuten. In 1910 is dit proces algemeen gebruik in Europa en in 1922 worden foto's op die manier de gehele wereld overgestuurd.

1904 - E.König en Benno Homolka vinden orthochroom (als orthochromatische) en pinachroom en pinacyanol (als panchromatische sensibilisatoren) uit.

1906 - Wratten en Wainwright Ltd. brengen de eerste panchromatische platen uit.

1907 - R.B.Goldschmidt voert de microdocumentatie in.
1907 - C.Welbourne Piper en E.J.Wall introduceren de broomverfdruk.
1907 - De gebroeders Lumière brengen hun autochroomplaat, een gemakkelijk te verwerken materiaal voor fotografie in nauurlijke kleuren, op de markt.
1907 - A.Homolka ontdekt de mogelijkheid van chromogene ontwikkeling.

1907 - Édouard Belin (Frankrijk, Vesoul, 1876-1963). In 1907 vond hij de
Belinograaf uit, een fototelegrafisch apparaat om foto's over grote afstanden te verzenden via de telefoon of de telegraaf.

1908 - Gabriel Jonas Lippmann (Luxemburg, Bonnevoie, 1845-1921) onvangt de Nobelprijs voor het produceren van de eerste kleurgevoelige fotografische plaat (Lippmannproces).

1910 - Louis Dufay produceert zijn eigen raster proced
é vor additieve kleurenfotografie.

1911 - L.Vanino en J.Peter introduceren het reflexkopieerproces (reflectografie) met fosforiserende platen als lichtbron, destijds Luminografie genaamd.

1912 - Fr.Deckel introduceert de Compursluiter.
1912 - R.Fischer en H.Siegrist leggen de basis voor de moderne subtractieve kleurenprocédés.

1913 - O.Barnack construeert de ‘Oerleica’, een voorloper van de Leica.

1914 - P.R.Kögel publiceert een verhandeling over de fluorescentiefotografie.

1919 - E.Q.Adams en H.L.Haller ontdekken kryptocyanine, eerste praktische sensibilisator voor infrarood.

1920 - H.Lüppo Cramer ontdekt het desensibiliseren.

1921 - E.Belin brengt fotografische beelden over met behulp van draadloze telegrafie.
1921 -  Ontdekking van sensibilisator voorvoor ultraviolet met gebruikmaking van van een fluoriserende laag op de emulsie.

1923 - G.Kögel beschrijft de diazotypie met ontwikkeling door ammoniak(damp).
1923 - Kodak introduceert 16 mm cinematografische film.

1924 - Oskar Barnack construeert de eerste precisie kleinbeeldcamera (Leica 35 mm), door Leitz op de markt gebracht.
1924 - Leopold Mannes en Leopold Godowsky patenteren een een subtractief tweekleurenproced
é, gebruikmakend van film met twee emulsielagen.

1925 - Uitvinding van de flitslamp.

1928 - Franke & Heidecke brengen de eerste tweeogige Rolleiflex op de markt.
1928 - Edwin Land (oprichter Polaroid company) ontwikkelt het eerste synthetische polarisatiefilter.
1928 - Alhoewel hierover conflicterende rapporten zijn, wordt de uitvinding van het eerste flitslampje voor fotografie toegeschreven aan de firma Philips uit Nederland.

1929 - J.Ostermeier introduceert ook een flitslamp.

1931 - Uitvinding van het eerste elektronsiche flitsapparaat door Harold E. Edgerton, professor aan het "Massachusetts Institute of Technology".

1932 - Door Kodak wordt het 8 mm smalfilmformaat in de handel gebracht.

1934 - Introduktie door Kodak van de term 135-film als de naam voor 35mm cartridge (patroon) -film. De breedte van de film was/is 35mm (1.4 inch) en is bedoeld voor kleinbeeldcamera's met het negatiefformaat 24x36mm (full frame) en later ook half kleinbeeldcamera's (18x24mm).  De filmpatronen waren in eerste instantie alleen verkrijgbaar in de standaard lengte van 36 opnamen en tot 1980 waren daarnaast alleen 20 opnamen verkrijgbaar. Na 1980 zijn de 20 opnamen patronen vervangen door 24 opnamen en 12 opnamen. De in 1934 geintroduceerde film was ontworpen voor gebruik in camera's zoals de Leica en de Zeis-Ikon Contax camera, maar op de eerste plaats voor Kodak's eigen camera, de Kodak Retina-Type 117, welke eveneens in 1934 op de markt kwam.     

1935 - M.Laporte construeert een elektronisch flitsapparaat, dat wit licht produceert.
1935 - De eerste subtractieve drielaagskleurenfilm (Kodachrome) voor filmcamera's verschijnt op de markt.

1936 - Kodachrome kleinbeeldfilm komt op de markt.
1936 - Introductie van het Agfacolor omkeerprocédé op subtractieve grondslag.
1936 - Agfacolor kleinbeeldfilm komt op de markt, waarin kleurkoppelaars, zodat de gebruiker de film zelf kan ontwikkelen.
1936 - J.Strong introduceert het coaten (reflectievrij maken) van lensoppervlakken.
1936 - De eerste éénogige kleinbeeld-spiegelreflexcamera op de markt gebracht, was de Kine-Exakta van de Ihagee Kamerawerke uit Dresden (Duitsland).,


1938 - R.W.Gurney en N.F.Mott publiceren hun theorie van het latente beeld.

1939 - Het Agfacolor negatief/positief kleurenmateriaal komt op de markt.
1939 - H.E.Edgerton brengt aan de elektronische flitslampen belangrijke verbeteringen aan.

1940 - Ilford produceert multigrade fotopapier.

1941 - Kodak introduceert de populaire Kodacolor negatieffilm. De eerste film waarmee afdrukken op papier kunnen worden gemaakt.

1942 - A.Rott (Gevaert) en E.Weijde (Agfa) publiceren de beginselen en toepassingsmogelijkheden van de omkeeroverdracht door diffusie.
1942 - J. D. Kendall patenteert Phenidone.
.
1947 - Edwin Land brengt de Polaroid-camera (Polaroid Land camera) uit. Deze leverde in 60 seconden een ontwikkelde zwartwitfoto op.
1947 - Magnetische geluidsregistratie (opname) vervangt in de filmindustrie grotendeels de optische.

1948 - Ansel Adams publiceert details van zijn zone-systeem, een techniek die moet leiden tot een grotere controle en beter begrip van de belichting en ontwikkeling van negatieven.
1948 - De eerste Nikon 35 mm camera wordt op de markt gebracht.
1948 - De Hasselbladcamera (6x6 negatiefformaat) wordt geintroduceerd.
1948 - Verkoop van de eerste Polaroid Land camera (genoemd naar Edwin Land, oprichter Polaroid) met direkt klaar ontwikkelsysteem.

1949 - De Contax S camera wordt geintroduceerd. Dit is de eerste 35mm SLR camera (single lens reflex) met een pentaprisma, hetgeen het kijken door een oogzoeker mogelijk maakte.

1950 - Introductie van zelf-maskerende kleurennegatieffilm.
1950 - Xerox brengt de eerste fotocopieermachines op de markt.

1952 - Pentax brengt de eerste Japanse 'Single Lens Reflex' uit, de Asahiflex.

1954 - De gevoelige Tri-X zwart-wit film van Kodak wordt uitgebracht. In eerste instantie had deze een gevoeligheid van ISO 200, later ISO 320 voor vlakfilm en ISO 400 voor kleinbeeld.
1954 - Introduktie van de Leica M cameravatting, welke op de markt werd gebracht met de Leica M3 camera + een aantal objectieven.
1954 - Asahi Pentax introduceerd de "quick-return"-spiegel in hun Asahiflex spiegelreflexcamera.

1956 - Optische beelden kunnen door middel van commercieel aanvaardbare elektronische apparatuur op magnetische band worden geregistreerd (Ampex, Verenigde Staten).
1956 - Gemiddelde prijs van een fotorolletje van 36 opnamen voor kleinbeeld in Nederland was
ƒ 3,60 (gulden). Bron: Boek "Vergroten" van Adriaan Boer, UItgave Focus, negende druk 1956.

1957 - Introduktie van de eerste Asahi Pentax SLR camera met
de universele "P-draad" (M42x1) cameravatting en
het pentaprisma in de zoeker, waaraan het merk zijn huidige naam ontleent.
1957 - Eerste digitale foto gescanned op een computer door Russel Kirsch op het Amerikaanse NBS (National Bureau of Standards), vandaag bekend onder de naam NIST (National Institute of Standards and Technology).  


1959 - Uitvinding van de zoomlens door Voigtländer.
1959 - Introduktie van de Nikon F.
1959 - Agfa introduceert de eerste volautomatische camera, de Optima.

1960 - Het eerste hologram wordt gemaakt.

1963 - Kodak introduceert de Instamatic-casette (126 filmcassettes).
1963 - Polaroid brengt de direct-klaar-kleurencamera uit, waarmee in
één minuut een kleurenfoto kan worden gemaakt.

1964 - Asahi Pentax introduceerd de eerste camera met "door-de-lens"- lichtmeting (Spotmatic).


1968 - Kodak produceert fotopapier met plasticbasis.

1971 - Door verscheidene fabrikanten wordt RC (resin coated)-, respectievelijk PE (polyethyleen)-papier op de markt gebracht.

1972 - Kodak introduceert het Instamatic systeem voor het Pocket-formaat (11 x 17 mm).
1972 - Introduktie van Polaroid SX-70 direct klaar kleurenfotografiesysteem.
1972 - Kodak brengt de kleine Instamatic 110 cameras met de 110 cassettes op de markt.
1972 - Texas Instruments ontwikkelt de eerste 'filmloze' electronische camera.Deze camera was echter niet 'digitaal' maar werkte nog steeds met 'analoge' componenten.

1973 - Fairchild Semiconductor brengt de eerste 'groot beeld vormende' CCD (100 rijen/100 kolommen) op de markt.

1975 - De Amerikaan Steven Sasson ontwikkelt s'werelds eerste digitale camera voor Kodak. Zijn camera
gebruikte een cassettebandje als opslagmedium en had een resolutie van 0,1 megapixels. Het beeld was zwart/wit en het vastleggen van het eerste beeldje nam 23 seconden in beslag. Deze camera is nooit uitgebracht op de consumentenmarkt.


Steven Sasson met de eerste digitale camera.


1975 - Bryce Bayer van Kodak ontwikkelt het 'Bayer filter mozaiek patroon' voor CCD kleurenbeeld sensors.

1976 - Kodak introduceert Instant systeem voor directklaarfotografie.

1980 - Agfa-Gevaert en Ilford introduceren een zwartwit-negatieffilm, waarbij volledige terugwinning van zilver mogelijk is.

1981 - Sony brengt het eerste digitale fototoestel op de markt:
De Mavica (Magnetic Video Camera). In feite was dit nog geen echt digitaal toestel omdat de CCD sensor een analoog videosignaal produceerde, Dit werd opgeslagen op een video floppy disc (VF) en op een televisie afgespeeld. Toch word deze camera beschouwd als de pionier van het digitale camera tijdperk voor consumenten.




1982 - Introduktie van de Disc-film door Kodak. De film bestond in de vorm van een platte schijf in een plastic behuizing, waarop met een achtereenvolgende rotatie van steeds 24°, 15 opnamen van 11x8mm gemaakt konden worden. Wegens het geringe succes (slechte opnamekwaliteit door de kleine negatieven) is de verkoop van deze film in december 1999 gestopt. De verkoop van camera's die met dit type film konden worden gebruikt was al langer daarvoor gestopt.

1986 - Kodak wetenschappers vinden de eerste megapixel sensor uit (1,4 miljoen pixels).

1990 - Introduktie van de Photo CD als digitaal opslagmedium door Eastman Kodak.  

1996 - Introduktie door een consortium van fotografiebedrijven  van een nieuw filmformaat, bedoeld om de 135-film te vervangen, namelijk APS (Advanced Photo System). Door het kleine negatiefformaat werdt dit formaat door professionals en amateurs niet serieus genomen en ondanks de fabricage van speciale SLR's camera's was binnen 5 jaar na de introduktie de markt voor APS al gekelderd.

2005 - AgfaPhoto vraagt f
aillissement aan. De produktie van consumentenfilms stopt.

2006 - Dalsa  corporation (Canada) produceert de eerste 111 megapixel CCD sensor.

2008 - Polaroid kondigt aan dat het stopt met de produktie van alle instant films (direkt klaar). Reden: de opkomst van de digitale technologie.

2009 - Kodak  kondigt aan dat het stopt met het produceren van Kodachrome film.

2011 - De firma Lytro introduceert in oktober de '
Lytro Light Field Camera'. Deze zogenaamde 'After Focus camera' die de vorm van een doosje heeft is zowel in vormgeving als functionaliteit revolutionair omdat je er achteraf mee kunt scherpstellen.


2012 - Kodak maakt in februari bekend dat het in de eerste helft van 2012 zal stoppen met de productie en ontwikkeling van digitale camera's en zakformaat video camera's. Hiermee denkt Kodak 100 miljoen dollar aan kosten te besparen, waardoor een mogelijk failissement afgewend zou kunnen worden.
In plaats van de productie van digitale camera's zal Kodak zich richten op het uitgeven van licenties voor patenten op het gebied van digitale fotografie. De stap van Kodak zal leiden tot een flink banenverlies bij het bedrijf.
2012 - Kodak maakt in maart 2012 bekend na 77 jaar te gaan stoppen met de produktie van diafilms (omkeerfilms). Dit als gevolg van een gestage daling van de verkoop en gebruik door de klant, gecombineerd met de complexiteit van het product en de productieprocessen. De eerste omkeerfilm (Kodachrome) werd op de markt gebracht in 1935. Eerst als cine-film, later voor fotografische toepassingen.


Copyright 2011-2024 All rights reserved Webdesign: Hans Schalk
Terug naar de inhoud

Aantal bezoekers